Er zijn natuurlijk eindeloos veel dingen te zeggen en te vinden. Dat is een goede zaak. Het levert verschillende invalshoeken op en in het beste geval een perspectief, waar je nog niet aan had gedacht. Tegelijk vraagt het vinden van dingen ook om een bepaalde houding en zelfreflectie wanneer het om samenwerking gaat. Alleen met de juiste houding is de optelsom van verschillende inzichten positief.
De zin – ‘ik vind daar wel wat van’ – is het equivalent geworden van: ik ben het hardgrondig met je oneens. Zeker op social media. En alhoewel een verschil van inzicht erg productief en goed kan werken, resoneert ‘ik vind daar wel wat van’ erg negatief en is het meestal een voorbode van iemand die de ander de maat neemt. Er ontbreken dan een paar dingen en het levert zelden een constructief gesprek op.
Wellicht werkt het verharde maatschappelijke debat ook niet mee, maar ik hoor en lees steeds vaker, dat mensen elkaar heel graag op een foutje of inconsistentie betrappen. Iets klopt dan niet (naar hun mening) en daar willen ze de ander graag op wijzen. Afrekenen. Maar het is geen tikkertje, jij bent hem… Of jij bent af. In een zakelijke setting is er altijd een gedeeld belang. Of je nu met elkaar samenwerkt, toeleverancier bent of concurrenten bent; er is altijd een gedeeld belang.
Als je dit gedeelde belang vooropstelt, voorbij je eigen schaduw kijkt, dan ontstaat er vanzelf ruimte voor een positieve optelsom van inzichten en meningen. De verrijking zit immers in het feit dat je samen meer weet. Je voegt beiden iets toe, vanuit persoonlijke ervaring, achtergrond, kennis en creativiteit. De belangrijkste vuistregel is daarbij, dat je eerst een vraag stelt voordat je met een oordeel komt. Verplaats je in een ander, vraag wat iemand voor ogen had en vul dan pas aan met je eigen inzichten en mening.
Voor de ontvanger is het belangrijk om te bedenken dat het niet persoonlijk is. Ook hier is het gedeeld belang leidend. Het gaat niet om jou, er wordt niet gezegd dat jij faalt of niet functioneert maar er wordt een suggestie gedaan hoe iets beter of anders kan. Belangrijk is om te kijken of het een objectief feit is, of een emotie. Over smaak, kleur en vorm kun je twisten, zoveel mensen zoveel meningen, maar objectieve feiten zijn lastiger te weerleggen. Je vindt iets of iets is zo. Maar goed, dit is met de ontwikkeling van (nep) bronnen ook weer wat moeilijker geworden. Laten we het in deze context houden op zakelijke bronnen zoals CBS en DDMA bijvoorbeeld.
Als ontvangende partij heb ik in samenwerkingen moeten groeien. Aanvankelijk was ik erg eigengereid en eigenwijs. En had ik ook wel last van ego. Sorry, als ik je collega was. In opdracht werken heeft hier erg bij geholpen. Er zijn daadwerkelijk meerdere wegen naar Rome en ik ben beter gaan luisteren naar argumenten, feiten en zelfs emotie. Het hangt uiteraard ook erg af van waar je aan werkt. Is een tekst feitelijk juist of zou je het zelf anders schrijven? Is een nieuwe huisstijl mooi? Of praat je over conversiepercentages? In sommige gevallen moet je ook niet met te veel mensen tot een compromis willen komen. Zo is het ook.
Een ander aspect is nog consistent zijn. Ook hierin nemen we elkaar graag de maat. Op iets terugkomen, bij nader inzien, fouten maken. Het lijkt niet meer te bestaan, schreef ik eerder, terwijl het een essentieel onderdeel is van vooruitgang. Als je A zegt moet je ook B zeggen, hoor je dan. Prima maar het kan ook blijken, in verloop van tijd, dat C beter is de volgende keer.
Kortom, in organisaties, teams maar ook in partnerships met leveranciers en klanten, is het belangrijk om een dynamiek te creëren waarin je openstaat voor de mening van anderen, waarbij je een klimaat schept waarin vragen worden gesteld en meningen niet al te persoonlijk worden opgevat. Het gedeeld belang staat voorop. Zeker bij het bouwen van een gezonde business (case) heeft niemand alle antwoorden. Je doet met elkaar veronderstellingen en aannames en zaken kunnen gewoon anders uitpakken. Dat maakt het ondernemen nou juist leuk.
Dus begin e-mails niet met ‘ik vind daar wel wat van’ maar bel eens iemand op. Stel eens een vraag en probeer je eigen ego een beetje te parkeren. Je bent niet altijd de hoofdpersoon in ieder verhaal.